Het Geuldal

Het Geuldal, waar de Geul doorheen meandert, is een schitterend beeklandschap met kleine beekjes, typische natuur en cultuurhistorische dorpen. Het gebied kenmerkt zich door de invloed van de natuur, zoals de aanwezigheid van zinkflora, tapijten van orchideeën, forellen in de snel stromende Geul, wilgenbossen aan de oevers en op de heuvels grove dennen- en beukenbossen.

Het gebied heeft een rijke cultuurhistorie en de pittoreske dorpen, typische watermolens, kastelen, wegkruisen, holle wegen en authentieke boerderijen zijn een lust voor het oog. Dit onontgonnen stukje Limburg is ideaal om te ontspannen of dromerig doorheen te slenteren of te fietsen over de paadjes die over de groene heuvels slingeren. Door de afwisseling van natuur en culturele architectuur in het landschap heeft het dal vanaf de heuvels schitterende panorama- uitzichten.

Historie

In Zuid-Limburg liggen bijzondere heuvels die in de ijstijd zijn ontstaan. Nergens in Nederland vinden we zulke on-Nederlandse natuur als die tussen de Belgische Ardennen en de Duitse Weifel. Miljoenen jaren geleden is door opstuwing van de aardbodem het kleine gebergte in dit gebied ontstaan. Door de opstuwing zijn bodemlagen uit het Carboon (325 tot 270 miljoen jaar geleden) en het Krijt (138 tot 66 miljoen jaar geleden) naar boven geduwd. Deze lagen werden door de mens gebruikt om steenkool te winnen (uit de carbonlagen) en kalksteen (uit de krijtlagen).

De Geul

Voor een gedeelte van Zuid-Limburg is de Geul al jaren beeld- en cultuurbepalend geweest. De Geul heeft haar naam te danken aan het Germaanse woord 'geul', dat 'smal, meestal ondiep water' betekent.

De Geul ontspringt in het kleine gehucht Lichtenbusch, dat in België ligt, vlakbij de grens van Duitsland. De rivier begint om precies te zijn in de kelders van de boerderij 'Todtleger'. Het welputje in de kelder van Todtleger wordt als bron van de Geul beschouwd. Verderop wordt de Geul vergroot door het samengaan met vier andere beekjes en ontstaat een snel stromend riviertje.

Met een lengte van 58 kilometer, vanaf België tot en met Nederland, vindt de Geul zijn weg naar de Maas.

Het Geuldal

Het Geuldal heeft zijn naam, zoals te verwachten, te danken aan de snel stromende Geul, die door het dal meandert. De rivier wordt gevoerd door 130 zijbeken zoals de Terzieterbeek. De snelle stroming van de Geul zorgt voor scherpe bochten en afbrokkeling van de oevers. Dit komt weer ten goede aan de dieren in de omgeving, zoals de ijsvogel. Ook overstromingen helpen de natuur. Hierdoor staan de uiterwaarden onder water en dit zorgt weer voor grote variatie in planten en dieren achter de oevers. De jarenlange invloeden van de Belgische zink- en loodmijnen zijn ook goed te zien in de vorm van zinkflora zoals de zinkviooltjes en de zinkboerenkers.

De natuur krijgt op veel plaatsen op het dal vrij spel, zodat het zich herstelt naar de oorspronkelijke vorm. De beheerders Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten en Stichting het Limburgse Landschap helpen de natuur een handje door de monumentale gebouwen te beschermen, grote grazers op het Geuldal los te laten en de gebieden toegankelijk te maken voor recreanten. Dankzij de beheerders en beschermers zullen de schilderachtige vergezichten hun authentieke sfeer blijven houden.

Recreanten kunnen goed genieten van de rust en de schilderachtige vergezichten. De regio telt vele soorten hotels, vakantiehuizen en andere overnachtingsmogelijkheden. Er zijn tientallen wandel- en fietsroutes door de natuurbeschermers       aangelegd die de recreanten op de mooiste panoramaplekken brengen.