Het 1340 hectare grote reservaat Nationaal Park De Grote Peel kenmerkt zich mt openvlaktes veenmoerassen, grote waterplassen, heidevelden en pijpenstrootjes. Het gebied is een overgebleven hoogveengebied met overal in het gebied sporen van het vervenningsverleden. Dit unieke natuurgebied is een internationaal wetland en geeft onderdak aan broedende en trekkende vogels.
Kleine 10.000 geleden was het gebied nog een enorme, moerasachtige gebied. Het gebied Peelhorst heeft een ondergrondse leemlaag die het regenwater tegenhield. Het gebied lag tussen de zandheuvels en de natuur begon met de bouw van de veen. De riet- en grassoorten vormden de eerste laag omdat ze goed gedijden in het vochtige gebied. Over de eerte voedselarme laag groeiden veenmos die boven door groeide en van onder stierf. Dit proces heeft voor dikke laag hoogeveen gezorgd.
Mensen ondekten dat de hoogeveen een goed materiaal was als brandstof. Vanaf de 19e eeuw werd turf als brandstof grootschalig gebruikt. Mensen zijn toen in dit gebied begonnen met grootschalig turf te verwerve. De oude peelbanen bestaan nog steeds en worden gedeeltelijk gebruikt als wandelroute.
Vanaf 1951 is het gebied functie veranderd en kreeg de status natuurreservaat. Tegenwoordig is het gebied in handen van Staatsbosbeheer en zij lieten gecontroleerd de natuur zijn gang gaan. Het gebied is inmiddels te onderscheiden in plassen en moerassen, openvlakten, heidevelden en bossen.
De Groote Peel is een grote trekpleister voor meer dan 200 verschillende broedende en doortrekkende vogels. Staatsbosbeheer heeft ook ervoor gezorgd dat de het gebied ook aantrekkelijk is voor wandelaars. Het gebied is voorzien van een aantal wandelroutes die u langs de mooiste plekken van het gebied laat struinen.
Een van de belangrijkste taken van Staatsbosbeheer is het nat houden van het gebied. Het vasthouden van het regenwater is de belangrijkste beheersmaatregel. Zo blijft de afwisseling van de landschappen in tact en het gebied blijft een paradijs voor verschillende vogels.
De Groote Peel is een internationaal erkend wetland en vervult een belangrijke functie als broed en foerageergebied voor vogels. Uit de laatste waarnemingen blijkt dat er honderden vogelsoorten broeden en in het najaar wordt het gebied als rustplaats gebruikt in de doortocht. Zo krijgen de kol en rietgazen een onderdak van de Peel. De klapekster, blauwe kiekendief en de geoorde fuut maken al te graag gebruik van dit gebied om te broeden.
Met trots meld Staatsbosbeheer dat de doortrekkende kraanvogels ook gebruik maken van het Peel. Dit bijzondere dier is 1.20 meter als die recht op staat en als die vliegt kan hij een vleugelspanwijdte van 2.20 meter hebben. In oktober en november zijn honderden kraanvogels te spotten op de landbouwgronden waar ze zich voeden met de resten van maïs en aardappelen. In de schemering zoeken ze onderdak in het Grootte Peel.