De Rucphense bossen bestaat uit een groot aaneengesloten bosgebied met verspreid liggende heideterreinen en landbouwgronden. Het bosgebied is een afwisselend geheel van fraaie bossen, heide, vennen en zandverstuivingen.
De Rucphense bossen en hun omgeving zijn rijk aan cultuurhistorische waarden. De mens heeft hier door de jaren heen zijn invloed gehad door de voormalige turfindustrie, plantagebossen en landbouw. Met name de plantagebossen die stammen uit de achttiende eeuw geven het gebied haar karakteristieke uiterlijk. De bossen worden door postbanen die op sommige delen nog in hun oude vorm voorkomen. Aan de rand van het gebied bevinden zich historische panden.
Het terrein van de Rucphense bossen is gevormd tijdens de laatste ijstijd. Het landijs begon 10.000 jaar geleden te smelten en liet diepe dalen achter, waar veen en moeras ontstond. Het zand van de dekzandrug die door het schuivend landijs was gevormd, begon te stuiven en vormde landduinen die we vandaag de dag nog zien in de Rucphense bossen.
Vroeger waren grote delen van de gemeente Rucphen bedekt met veenlagen, die moerassig en ontoegankelijk waren. Bepalend voor de ontginning en de ontwikkeling van het gebied is de turfwinning geweest.
Later, in de Middeleeuwen, was er grote vraag naar de brandstof turf. Hierdoor ontstond er een turfindustrie en West-Brabant was één van de eerste gebieden in Noordwest Europa waar men met een bedrijfsmatige aanpak turf ging winnen. Na 1700 kwam er geleidelijk een einde aan de turfindustrie. Op de voormalige turfwinninglocaties werden in productiebossen en landgoederen aangelegd.
In de 18 eeuw werden er delen van de heidevelden intensief gebruikt om schapen te laten grazen. Later werden de velden omgezet in productiebossen. De reden hiervoor was dat het meer winstgevend was. Er werden zogenaamde plantages aangelegd, ontsluitingswegen gemaakt en gebieden werden ingeplant met bomen. De toen gemaakte indelingen zijn nu nog te onderscheiden in de Rucphense bossen.
Tegenwoordig is het bestemmingsplan van de Rucphense Bossen “natuurgebied en recreatieterrein”. De fraaie afwisseling van bos, heide, vennen en zandverstuivingen worden door natuurbeheerders intact gehouden en de recreanten kunnen genieten van dit natuurschoon. Door de bossen lopen een groot aantal wandel- en fietsroutes.