Het afwisselende duingebied De Geul zijn de duinen op het zuidelijke deel van Texel. De ontwikkeling in de zandbanken voor het Marsdiep zorgde dat het zandbank Onrust met Texel verheelde. Sinds 1926 heeft de natuur in het natuurgebied De Geul vrijspel gekregen. Sindsdien heeft het duingebied De Geul zich ontwikkeld tot een reservaat met belangrijke natuurlijke waarden.
Elk jaar keert een lepelaarskolonie uit Afrika terug om in het gebied te broeden. De uitgestrekte rietvelden rond de Geulplas zijn uitstekende terreinen voor de bruine kiekendief, zwaluwen en veel zangvogels.
Natuurgebied De Geul heeft zijn ontstaan te danken aan de ontwikkelingen rond het Marsdiep. Tussen Den Helder waren vele zandbanken die onder invloed van de getijden en de mens richting Texel schoof. In 1910 heeft één van de zandbanken genaamd 'Onrust' zich onder invloed van de zee en de wind verheeld met Texel. Met als gevolg dat er duinpartijen ontstonden.
De vorming van de duinpartijen zorgde dat De Geul werd afgesloten door een opgeworpen zanddijk. De verzanding beleeft doorgaan en in 1927 was De Geul volledig afgesloten met een op zich zelf staande meertje. Hierna heeft de natuur hier vrijspel gekregen en heeft het gebied gevormd tot een natuurreservaat met vele verschillende vogelsoorten.
De duinvallei, De Geulplas en de rietvelden tussen de kunstmatige duinrijen zijn rijk aan flora en fauna. De vochtige terreinen in de vallei trekken moerasplanten aan. De beschutte gedeeltes zijn begroeid met vele duindoorns met oranje bessen die weer op zijn beurt vele vogels aantrekken. De duindoorn is een belangrijke plant voor de duinen van de Geul. Het brengt voedingsstoffen(stikstof) in de bodem. Hierdoor wordt de bodem weer aantrekkelijk voor andere planten zoals brandnetels, bitterzoet en braam.
In het riet rond de Geulplas is een lepelaarkolonie, die goed te zien is vanaf het uitkijkpunt aan de Mokweg. De lepelaarkolonie van de Geul is een van de drie kolonies op Texel. Verder zijn er rond de Geulplas uitgestrekte rietvelden die veel vogelsoorten herbergen, zoals de bruine kiekendief, zwaluwen en veel zangvogels.
De Geul is toegankelijk via wandelpaden, buiten het broedseizoen zijn er extra paden opengesteld.