De Schelphoek is een krekengebied met rijke flora en fauna, die aan het Nationaal Park Oosterschelde ligt. Het is ontstaan door de grootse dijkdoorbraken in de watersnoodramp. Na deze oorlog met het woeste zeewater is er een ringdijk aangelegd en Staatsbosbeheer heeft het gebied uitgebreid door het aanplanten van een bos.
In 1953 had de wilde zee gaten geslagen in de voormalige dijken. Het water zag zijn kans om via de grootse dijkdoorbraken landinwaarts te trekken. De strijd met het stromende zeewater is gewonnen door middel van aangelegde ringdijken rond de dijkbreuken en door 'caissons', grote blokken beton die werden gebruikt om de gaten in de dijken te dichten. Achter de dijkbreuk bij de Schelphoek begon de natuur het gebied vorm te geven.
Het water dat achter de ringdijken was gestroomd, werd afgesloten van het zeewater van de Noordzee en onderging een metamorfose van zout naar zoet water. Sporen van het zoute water zijn nog steeds te zien aan de vele schelpen in de kreek en aan de zoutwaterplanten die er groeien.
Staatsbosbeheer heeft de natuur een handje geholpen door bij Serooskerke een bos te planten.
De Schelphoek is uitgegroeid tot een natuurgebied met bijzondere planten als orchideeën. Bovendien nestelen zich hier 60 broedvogels. Rijen olijfwilgen sieren de zeedijken. Recreanten kunnen er goed aan hun trekken komen door te zwemmen, wandelen en/of te ravotten op de ruime oeverstroken. Wandelaars kunnen hier van de rust genieten door gebruik te maken van de gemarkeerde wandelroutes die door Staatsbosbeheer zijn uitgezet.