Het Washington-Slagbaai Nationaal Park heeft een betoverende kustlijn, met haar azuurblauwe zee en hagelwitte stranden. Deze stranden zijn belangrijke broedplaatsen voor de 5 soorten zeeschildpadden die in Bonaire onderwater voorkomen. Een scala aan zoutwatermeren wordt dankbaar gebruikt door de flamingo’s, die er in alle rust foerageren en broeden. Verder wisselt het bergachtige terrein af met cactuswouden, aloëvelden, rotsformaties, kalksteengrotten, zandduinen, verrassende blowholes en afbrokkelende kalkterrassen.
Het Washington-Slagbaai Nationaal Park is een bergachtig terrein van 64 hectare in het noorden van Bonaire. In het park zijn veel sporen zichtbaar van de vulkanische activiteiten van 100 miljoen jaar geleden. Om de geologische, natuur- en cultuurhistorische waarden te beschermen heeft het reservaat in 1969 de status van Nationaal Park toegekend gekregen.
Bonaire is 100 miljoen jaar geleden ontstaan door vulkanische activiteiten onderzee. Zestig miljoen jaar geleden steeg gestold en afgezet gesteente boven het zeeniveau uit. Door de jaren heen is het vulkanische gesteente omgeven door koraalkalksteen. In het noordwesten van het eiland ontstond een heuvellandschap, met onder andere het hoogste punt van Bonaire: de Brandaris (241 meter).
In het precolumbiaanse tijdperk was het eiland bewoond door de Arawakken (indianen uit Zuid-Amerika). Daarna werd het eiland ontdekt door de Spanjaarden die een tijdje op het eiland hebben gewoond. Omdat er geen goud was, verlieten ze het eiland weer. Bonaire was weer onbewoond. Na een tijdje werd het eiland bezet door Nederlanders, namelijk de West-Indische Compagnie (WIC). De WIC ontwikkelde zich in het winnen van zout, verfhout, de veeteelt en de maïscultuur. Er ontstonden plantages op het eiland. Van 1685 tot 1713 (periode van Slavernij) werden de plantages winstgevend en op Bonaire floreerde de handel over de rug van de vele slaven.
De Plantages Slagbaai en Brazil, die onderdeel vormen van het nationaal park, zijn ook in die tijd ontstaan. De plantages werden gebruikt voor het exporteren van huiden, aloë, castorolie, houtskool, peulen van de dividiviboom en zout uit de zoutmeren. De naam Slagbaai is de verbastering van het Nederlands woord ‘Slachtbaai’. Vroeger werd het vee hier geslacht, gezouten en gedroogd om vervolgens naar Curaçao te verschepen.
Na de afschaffing van de slavernij waren de plantages niet meer rendabel. De plantages kwamen in particuliere handen door middel van openbare verkoop. Zo ontstond ook plantage Washington. De eigenaar noemde zijn plantage “Amerika”, maar in de volksmond werd het snel omgedoopt tot ”Plantage Washington”.
De meeste plantages in het noorden van Bonaire waren in de twintigste eeuw verlaten. Je zag hier en daar hooguit geiten grazen. Plantage Washington was één van de weinige plantages die tot 1967 in gebruik was. In 1967 werd Plantage Washington verkocht aan de overheid met als voorwaarde dat het als natuurgebied moest dienen. In 1969 kreeg plantage Washington de status van Nationaal Park. Later kwamen de plantages Slagbaai en Brazil en het Gotomeer erbij en zo kreeg het natuurreservaat een nieuwe naam: Washington-Slagbaai Nationaal Park.
Het Washington-Slagbaai Nationaal Park heeft een grote variatie in landschap en begroeiing, zoals o.a. vulkanisch gebied, kalksteenterrassen, poedervormige zandstranden, droge vlakten, zoutmeren en niet te vergeten haar 15 km lange kustlijn met koraalrif. Hierdoor heeft het park een grote ecologische diversiteit: afwisselend en kenmerkend vegetatie en fauna. In het steppeklimaat van Bonaire komen voornamelijk planten voor die goed kunnen overleven met weinig water, zoals cactussen. Er leven ruim 500 verschillende plantensoorten op het eiland, zoals cactusvelden en aloëvelden.
Het koraalrif kent een enorm rijke verzameling aan zeedieren: 469 zeebewoners. Daarnaast zijn er ook veel vogelsoorten. Het Washington-Slagbaai Nationaal Park in Bonaire maakt deel uit van één van de belangrijke broedplaatsen van de Caribische flamingo. De uiterst zeldzame papegaaisoort, in het Papiamentu genaamd lora, zie je er rondvliegen. Veel voorkomende reptielen zijn hagedissen, leguanen en de inheemse zilverslang. Verder rennen en grazen duizenden geiten, honderden ezels en tientallen koeien in het Nationaal park.
Binnen het Washington-Slagbaai Nationaal Park liggen ook een aantal cultuurhistorische gebouwen. Bij de ingang van het natuurreservaat staan een aantal fraaie okergele huizen die dienen als bezoekerscentrum, museum, bibliotheek en een klein restaurantje.
Vlakbij de ingang staat een authentiek gerestaureerd Bonairiaans landhuisje met veehokken en een kalksteenbrander waarmee vroeger kalk werd gewonnen.
Boka Slagbaai was vroeger de eerste haven van het eiland. Hier staan nu een aantal pastelgekleurde koloniale gebouwen die een impressie geven van het roemrijke verleden. Eén eravn diende vroeger als slachtplek van soms wel 3000 geiten voor export ervan.