Het gebied van de HatersteVennen, ter grootte van 520 hectare bestaat uit een aantal vennen gelegen in een bos met resten eikenhakhout en percelen heide waar vee op graast.
In haar omgeving is het een gebied met rivierduinen, vennen, heide, akkers, loof en naaldbomen. De laatste zijn aan het begin van de vorige eeuw geplant. De schrale grond, de naaldbomen en de vrij opengelegen vennen geven het landschap een specifieke aanblik. Dit gebied kent 24 vennen.
Het bestaat uit een stuifzandrug begroeid met dennenbossen. Tussen die zandduinen liggen grote en kleine vennen, heideveldjes, weilanden en boerderijtjes.
Namen van de vennen:
Bavoven, Bosven, Botersnijder, Botersnijder-Zuid, Donderbergven, Gagelven, Heinven, Kersjesven, Ketelven, Langeven, Meeuwenven, Oriolusven, Poelven, Roelofsven, Schietven, Stortven, Talingenven, Uivernest en Worsumsven.
Aan de rand van het vennengebiedt bevindt zich de ruine van een 15e eeuwse kapel. Dit kapel was vroeger de beschermheilige van de zieken, in het bijzonder de koortslijders. Deze plaats werd vaak gebruik om te genezen en voor pelgrims.