Schaep en Burgh

Schaep en Burgh is natuurgebied om even erbij stil te staan. Het gebied kenmerkt zich met meanderende beekjes, de imposante beukenlanen die in 1820 geplant zijn, slingerende paden langs de vijvers en gietijzeren bruggen. Sinds 1975 het hoofdkantoor van Natuurmonumenten is gevestigt in het landhuis, de oranjerie en het koetshuis.

Schaep en Burgh ligt in de overgang van het Noord-Hollandse laagveen naar de hoger gelegen zandgronden. Begin 17e eeuw kregen de Amsterdamse kooplieden om veen en zand af te graven tussen Hilversum en Kortenhoef. Als tegenprestatie moesten op iedere kavel twee boerderijen worden gezet en de grond in cultuur gebracht. Na enige tijd groeide hun waardering voor het buitenleven en vestigden de kooplieden zich hier permanent. De buitenplaatsen met hun kapitale villa's en parkachtige landschappen ontstonden in de loop van de daaropvolgende eeuwen.

Schaep en Burgh heeft zijn aan de stichter Abel Mathijszoon Burgh en zijn neef en erfgenaam Gerard Simonszoon Schaep. Achter Schaep en Burgh ligt het theehuis 'Capitool'. Inmiddels dient het landhuis sinds 1975 als hoofdvestiging van Vereniging Natuurmonumenten.

Op het gebied van Schaep en Burgh is er ook ijskelder uit de 18e eeuw. In de ijskelder kon men in de 18e eeuw ijs tot wel in de zomer bewaren. Deze werden gebruikt om etenswaren koel te bewaren. Natuurmonumenten heeft het kelder ingericht als winterslaapplaats voor de vleermuizen.

In de weilanden van Schaep en Burgh staan beuken die geplant zijn in 1818. Dit zijn de oudste en de dikste beuken van Noord-Holland. Het droevige nieuws is dat deze bomen langzaam aan het afsterven zijn. Sommige beuken vertonen uitgezakte ribbels door enorme eigen gewicht. Het voordeel van de oude beuken is dat het veel holtes heeft en deze worden dienen uitstekend als onderdak voor verschillende dieren. Natuurmonumenten laat natuur zijn gang gaan en grijpt niet in.