Nationaal Park De Duinen van Texel bestaat uit jonge en oude kalkrijke duinen die ontstaan zijn voor de ijstijd. Door het samenspel van mens en natuur heeft het landschap zich ontwikkeld tot natte duinvalleien tussen droge duinen, bossen, heidevelden, kwelders en een uitgestrekte strandvlakte. In 2002 kregen de Duinen van Texel de status Nationaal Park en kan de rijke flora en fauna zich in alle rust verder ontwikkelen.
De bijzondere natuur van Texel herbergt meer dan 400 verschillende soorten vogels en als kroonjuweel heeft Texel de grootste lepelaarskolonie van Nederland.
Voor het ontstaan van Texel moeten we tienduizend tot tachtigduizend jaar teruggaan in de tijd.In het begin was de Noordzee droog en één grote zandbak. Het zand van toen is vandaag het belangrijkste ingrediënt van de duinen in Texel.
De ijstijd heeft veel invloed gehad op de vorming van de Nederlandse landschappen. De schuivende ijsmassa schoof zand voor zich uit dat zich later zou ontwikkelen tot kleine heuvels, zoals de duinen in Texel. Na het smelten van de ijsmassa ging de zeespiegel omhoog en bleef het vooruitgeschoven zand als een stuwwal over. De stroming van de nieuwe zee (Noordzee) zorgde ervoor dat het voormalige zand tot kleine heuvels werd gevormd. In de loop der tijd begonnen er planten op de heuvels te groeien,waardoor de wind geen kans meer maakte om het zand te doen stuiven. De duinen begonnen meer en meer aan elkaar vast te groeien. Door de jaren heen bleef de duinen zich vormen onder invloed van de zee en wind.
Ook de mens heeft grote invloed gehad op de vorming van de duinen. Als bescherming tegen de zee werden er stuifdijken aangelegd. Het verlies van stranden door bedijking leverde weer gebieden op waar de natuur zijn kans greep. De resultaten van de bedijking zijn vandaag de dag nog te zien in gebieden als De Muy, De Slufter, De Mokbaai, de Horsmeertjes en de Kreeftepolder. Er werden bossen en duinweiden aangelegd. Dit leverde allemaal een grote variatie op, op de kleine oppervlakte van Texel.
Het afwisselende landschap van Texel geeft onderdak aan vele planten en dieren. Het 4300 hectare grote Nationaal Park De Duinen van Texel ligt aan de westkant van Texel, met de strandvlakte in het zuiden en noorden van het eiland. Om de bijzondere natuur in haar waarde te houden en te beschermen zijn sommige terreinen rustgebieden geworden voor dieren. Dankzij deze maatregel heeft Texel de grootste kolonie van lepelaars in Nederland.
Het Nationaal Park bestaat uit de volgende deelgebieden:
|
De variatie in landschappen op Texel trekt typische planten aan. De factoren vocht, kalkgehalte, zout, zonlicht en wind zorgen hiervoor. Op de jonge kalkrijke en voedselarme duinen zijn planten als helmgras te vinden. Meer landinwaarts zijn de terreinen kalkarm en voedselrijker. Hier groeien heidesoorten en soms duinroosjes. In de vochtige duinvalleien zijn eerder planten als waternavel, watermunt, het zeldzame parnassia en orchideeën te vinden.
Naast de natuurbescherming is er ook veel te doen in het Nationaal Park. Veel gebieden zijn goed toegankelijk gemaakt door natuurbeschermers als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Natuurliefhebbers kunnen wandelen en fietsen op de uitgestrekte stranden en de slingerende wandelpaden door de duinvalleien.