De heidevelden staan half augustus tot midden september in tal van delen van Nederland en Vlaanderen in bloei. De vergezichten op de heidevelden veranderen tot aan de horizon in indrukwekkende paarse tapijten die af en toe worden onderbroken door een witte berk of een donkergroen eiken- en dennenbos.
Heide is de benaming voor de vegetatie die vooral bestaat uit dwergstruiken van de Hei- en Kraaiheifamilie. Heide komt in een beperkt aantal landen voor. Behalve in Nederland en Vlaanderen ook in de kuststrook van West-Europa, Groot-Brittannië en Ierland. Het is een typische vegetatie die zich thuis voelt in streken waar een zeeklimaat heerst, met een hoge luchtvochtigheid en niet al te warme zomers en geen strenge winters.
Het ontstaan van heiden hebben we te danken aan de boeren in de Middeleeuwen. In de Middeleeuwen werden de afgelegen gebieden gebruikt door boeren om hun schapen te laten grazen. ’s Nachts bleven de schapen in de zogenaamde poststallen en de boeren plagden de heide om de zo de te vermengen met schapenmest. Zo bleef de heide jong en vitaal, omdat er telkens weer nieuwe heideplanten op de geplagde bodem ontkiemden. Deze manier van bemesten stopte na de uitvinding van kunstmest.
Deze vorm van landbouw, met de karakteristieke esdorpen en herdgangen, bleef tot het einde van de 19e eeuw bestaan. In 1898 was nog ruim twintig procent van de oppervlakte van Nederland 'woeste grond' en die bestond hoofdzakelijk uit heiden.
Bij heide denkt men aan uitgestrekte vlaktes die in de maanden augustus en september veranderen in paarse tapijten. Maar er zijn verschillende soorten heides, namelijk droge heide, natte heide en pijpenstrootjesvegetatie.
Droge heide: Het beeld bij de droge heide wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van struikheide.
Natte heide: De natte heide wordt gedomineerd door dophei (Erica tetralix) en pijpenstrootje (Molinia caerulea).
De heide staat in veel delen in Nederland onder zware druk van recreatie, militaire activiteiten, wegen, bebouwing en industrie. Het klassieke heidebeeld zoals we die kennen van vroeger is enorm aan het vergrassen. Dit heeft als gevolg dat veel van de kruidensoorten, korstmossen en mossen aan het verdwijnen zijn. De afname van diversiteit in vegetatie heeft direct zijn uitwerking op de fauna. Een goed voorbeeld hiervan is het kleiner aantal vlindersoorten dat nu in Nederland bestaat ten opzichte van vroeger.
Tegenwoordig komen heiden nog voor in beschermde natuurgebieden. De natuurbeschermers van het gebied zorgen ervoor dat de heidevelden blijven bestaan voor de volgende generaties. Voor het beheer van het terrein worden grote grazers, zoals de runderen, schapen en geiten, ingezet waardoor er gunstige kiemvoorwaarden voor de heide ontstaat.
Sommige delen van de heidevelden pakt men aan door te plaggen. Plaggen is het verarmen van de bodem door de afvoer van plantenmateriaal. Dit gebeurt o.a. het maaien van de vegetatie en het kappen van opschietende bomen.
Dit beheer moet leiden tot een mooi, gevarieerd en open heidegebied.
Enkele heidegebieden in Nederland
Er zijn nog geen reacties.
Je moet eerst inloggen om een reactie te kunnen plaatsen. Je kan inloggen door hier te klikken.
Wachtwoord vergeten? Geen punt, vraag hier een nieuw wachtwoord aan.
Heb je nog geen account bij hollandgroen.nl? Geen paniek, je kan je gratis registreren door dit formulier in te vullen en binnen een minuut kun je hier inloggen.