Voorvleugellengte: 20-26 mm. De bovenkant van de vleuels heeft een oranje grondkleur met zwarte vlekken. De donkerbruine achterrand van zowel de voor- als de achtervleugel is sterk gekarteld. Op de onderkant van de achtervleugel bevindt zich een kleine witte C.
Een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de soort weinig waargenomen in het noorden en westen van het land, maar sinds die tijd heeft de gehakkelde aurelia zich steeds verder uitgebreid.
· Lees meer...Kleine soort met fors achterlijf. Achterhoofd met scherp begrensde gele onderkant (bij oude dieren wordt dit geel donkerder en kan het onderscheid erg lastig zijn). Pterostigma bruin met witte randen (bij jonge dieren wit).
Smalle lichte rugnaad (wordt donkerder bij oude dieren), en smalle lichte schoudernaad die niet tot aan de vleugels doorloopt. Bij oude mannetjes en sommige oude vrouwtjes worden deze helemaal zwart. Schildje boven de middenpoot grotendeels groen. Groen op het borststuk tot aan de onderste naad.
· Lees meer...De kruisspin (Araneus diadematus) is een middelgrote spin die behoort tot de familie wielwebspinnen (Araneidae).
De kruisspin is in tegenstelling tot veel andere spinnen geen schuwe soort, maar eentje die vaak midden in het web zit en moeilijk over het hoofd is te zien. De vrouwelijke kruisspin wordt ook relatief groot, tot zo'n 17 millimeter. De naam is te danken aan de op een kruis gelijkend patroon op het achterlijf dat bestaat uit een groepje lichtere tot witte vlekjes die afsteken tegen de donkerbruine tot gele achtergrondkleur...
· Lees meer...Het elzenhaantje (Agelastica alni) is een een klein glanzend donkerblauw kevertje die niet groter wordt dan 7 mm. Deze kevertjes zijn berucht om de vraat aan bomen zoals de wilg, de populier maar vooral de els. Soms kunnen ze in grote getallen zo'n boom "aanvallen" die dan behoorlijk aangetast wordt.
· Lees meer...